Januari

Hou het rustig in januari, temper uw enthousiasme en hou rekening mee dat zaaien weinig zin heeft als de grondtemperatuur lager is dan 5ºC. In januari eindigen de zes donkere weken maar die worden gevolgd door wat normaal de koudste week van het jaar kan zijn met de ‘vriesheiligen’ Sint Paulus (15/1), Sint Antonius met zijn varken (17/1) en Sint Sebastiaan (20/1).

TEELTPLAN MAKEN

Het nieuwe seizoen voorbereiden door het maken van een teeltplan. Dit teeltplan is niet meer of minder dan het scenario van je moestuin voor dit jaar. Met een Teeltplan verdeel je de moestuin in diverse percelen en elk perceel is bestemd voor een bepaalde groep gewassen.
Je vermeld daarop welk gewas je waar en wanneer gaat zaaien of uitplanten. Maak een lijstje van de hoofdteelten en eventuele nateelt die mogelijk zijn. Bekijk eventueel het teeltplan van vorig jaar en verschuif de gewasgroepen.

In de moestuin is het belangrijk om het principe van de wisselbouw en de rotatie van teelten te respecteren. Jaar in jaar uit op hetzelfde perceel dezelfde gewassen te telen is vragen om problemen. Groenten die tot dezelfde plantenfamilie behoren, vertonen ook dezelfde kenmerken en stellen gelijkaardige eisen aan de bodem. Ze zijn ook meestal gevoelig voor dezelfde belagers, ziekten en plagen. Vruchtwisseling is dus gebaseerd op twee kenmerken: verwantschap tussen de planten en hun behoefte aan voedingsstoffen.

Hiervoor worden de gewassen in zes hoofdgroepen ingedeeld:

  • Aardappelen
  • Bladgewassen
  • Koolgewassen
  • Vruchtgewassen
  • Wortelgewassen
  • Peulgewassen

De moestuin zelf kan om eenvoudige te werken ook het makkelijkst in percelen worden verdeeld. Op elk perceel wordt een gewas uit een bepaalde familie verbouwd en dit volgens een vooraf bepaald schema. Op die percelen volgt u dan een rotatieschema zodat een zelfde gewas in een periode van verschillende jaren slecht éénmaal op dezelfde plaats terugkomt. Al naargelang de beschikbare ruimte voorziet u acht tot tien of meerdere panelen. Naast een perceel voor elk van deze gewassen kan u ook nog percelen voorzien voor kruiden, aardbeien en de composthoop. Uiteraard kunt u ook een tweede perceel voorzien voor één van de gewasgroepen. Bijvoorbeeld aardappelen zodat één perceel voorziet voor vroege teelt en één voor bewaaraardappelen.

Door het toepassen van wisselteelt/wisselbouw voorkom je teleurstelling. Door afwisseling zorg je er namelijk voor dat:

  • Grond raakt niet uitgeput (bodemmoeheid) gewassen komen beter tot ontwikkeling.
  • Ziektes worden vermeden (insecten,schimmels, aaltjes). Vooral bodemziektes zoals knolvoet ontstaan door steeds op hetzelfde perceel koolsoorten te verbouwen.
  • Door indeling in gewasgroepen is er het voordeel dat gewassen behorende tot een zelfde familie ongeveer identieke eisen stellen aan de bodem en bemesting.

GROENTETUIN

  • Compost keren
  • Mest verspreiden over de bedden
  • De volgende groenten kunnen worden geoogst: prei, pastinaken, boerenkool, winterkool, witlof, spruiten, palmkool, veldsla, schorseneren, savooiekool
  • Tijdens winterweer zijn vooral duiven de grote vernielers van je kolen. Doe daarom een fijnmazig net, oude vitrage of klamboe over je planten
  • Bedek stukken grond die je niet wil spitten met een laag mulch
  • Zie de groentenzaaikalender voor wat je nu kan zaaien: Groentezaaikalender

FRUITTUIN

  • Planten van fruitstruiken (bij goed weer)
  • Volgende vruchtenstruik of -bomen kunnen gesnoeid worden: Aalbes, Aardbeiboom, Appelboom, Braam, Druif, Framboos, Jostabes, Kiwibes, Kiwi, Kruisbes, Perenboom, Vijgeboom, Zwarte bes, Vlier, Wijnbes
Share